De wereld staat voor een uitdaging. Onbeperkte toegang tot energie is niet langer een vanzelfsprekendheid. Energie is schaars. De huidige organisatie van de energievoorziening trekt een te zware wissel op de aarde en is op termijn te kostbaar. Te kostbaar in termen van geld, milieu & klimaat en geopolitieke risico’s. Hierdoor zullen er nieuwe wegen bewandeld moeten worden. Nieuwe technologieën, processen en producten moeten ontwikkeld en toegepast worden om de energievoorziening betaalbaar te houden en efficiënter en schoner te maken.
In de visie zijn er drie belangrijke trends die het energielandschap drastisch zullen transformeren. Deze trends zijn: (1) een grotere diversiteit aan energiebronnen, (2) meer decentrale opwekking en (3) decarbonisatie: het verminderen van het aandeel koolstof in energiedragers.
Toename van diversiteit in energiebronnen
Fossiele brandstoffen voorzien in het overgrote deel van de energiebehoefte. Dit zal voorlopig zo blijven. De diversiteit aan bronnen neemt echter toe waardoor het aandeel fossiel in het totale energieaanbod zal verminderen. Het aandeel kernenergie, biomassa, zon, wind, waterkracht en op termijn golfcentrales zal toenemen ten op zichte van het aandeel fossiel. Fossiel zal echter niet verdwijnen. De hoeveelheid steen- en bruinkool in de aarde zijn nog zeer omvangrijk. De wereldeconomieën zullen daar gebruik van blijven maken.
Meer decentrale inrichting van energievoorziening
De huidige energievoorziening is centraal georganiseerd. Grote centrales die met hoofdzakelijk fossiele brandstoffen, grote hoeveelheden elektriciteit opwekken zijn de standaard. De trend naar meer decentrale organisatie van energievoorziening is echter al ingezet: windmolens, kleinere biomassacentrales die draaien op biomassa uit de nabije omgeving, huizen en gebouwen bedekt met zonnepanelen, vergistinginstallaties van boeren die werken op koeienmest en energiecentrales op kippenmest. Logisch gevolg van een meer decentrale energievoorziening is dat energieopwekking niet meer voorbestemd is voor grote centraal geleide bedrijven maar dat er plaats komt voor kleinere bedrijven. Dit betekent niet dat de grote energiebedrijven zullen verdwijnen. De ontwikkeling van bijvoorbeeld Offshore windparken is zo kapitaal intensief dat alleen kapitaalkrachtige (en dus grote partijen) deze investeringen kunnen opbrengen. Desondanks is de trend naar decentralisatie onomkeerbaar. Meer kleine bedrijven zullen actief worden op de energiemarkt. Het credo ‘local for local’ heeft zijn intrede gedaan in de energievoorziening en zal gestaag doorgang vinden. Net als 100 jaar geleden, nu echter met een scala aan technologieën die er toen niet waren.
Een andere stimulans voor een meer decentrale inrichting van de energievoorziening zijn autonome apparaten en gebruiksvoorwerpen die zelfvoorzienend zijn in hun energie. Zij zijn daarmee onafhankelijk van de energienetwerken. Voorbeelden zijn verlichting op zonne-energie en zonneladers voor mobiele telefoon of mp3 en straatverlichting of andere stationaire toepassingen. Nu nog op kleine schaal en niet wijdverbreid. Op termijn een fundamentele verandering die bijdraagt aan een meer decentrale energievoorziening. Indien 20% van het huishoudelijke energieverbruik wordt afgedekt met lokaal (zelf) opgewekte energie, scheelt dit twee energiecentrales.
Decarbonisatie
De afname van koolstof in energiedragers (decarbonisatie) is onmiskenbaar een trend. Hout en steenkool bevatten aanzienlijke hoeveelheden koolstof (C), olie ook. Aardgas al significant minder. Waterstof heeft het niet. Los van NOx staat koolstof (in de vorm van CO2) synoniem met het broeikaseffect en klimaatverandering. Veel onderzoek wordt gedaan naar ‘schoon fossiel’ waarbij CO2 wordt otntrokken aan bijvoorbeeld gas of steenkool en ondergronds wordt opgeslagen. Dus wel energie uit fossiele brandstoffen maar dan zonder CO2. Het ultieme is de ‘waterstof economie’ waarbij met duurzame energie door middel van elektrolyse waterstof wordt geproduceerd dat vervolgens met een brandstofcel wordt omgezet in elektrische energie.
Geef een antwoord